De Blik van Bruegel

Linde Deheegher

Kathleen Leys is intussen reeds 3 jaar de gedreven projectleider van ‘De Blik van Bruegel: reconstructie van het landschap’. Drie jaar geleden begon zij aan een tocht waarvan ze niet wist waarheen die zou leiden. Enkel een vaag einddoel was bepaald: een wervend cultureel-toeristisch project in Dilbeek, waarin het landschap en Bruegel nog eens elkaars bondgenoten zouden zijn. Een schakel in de ketting van initiatieven die kaderen in het Bruegeljaar 2019.

Intussen wandelden heel wat Vlamingen door het landschap dat Bruegel inspireerde, en werden zij op hun beurt geïnspireerd door de interventies van de kunstenaars en ontwerpers. Na de herfstvakantie kwam een eind aan dit verhaal: de meeste installaties verdwijnen onherroepelijk, paden worden opgebroken, het landschap hervindt zijn dagelijkse plooi.

Samen met Kathleen ga ik op zoek naar een antwoord op de cruciale vraag: heeft dit – in alle opzichten – grootse project de relatief kleine gemeente Dilbeek veranderd, en zo ja, ten goede, of net niet, was het ‘te veel’?
En nog: hoe duurzaam is zo’n grote investering in een toeristisch evenement, wat doet dat met de bewoners, ondernemers en bezoekers? Geeft het ons een glimp van een wenselijke toekomst?

We beginnen bij het begin: Kathleen neemt me mee naar een prachtig veldje vol zomerbloemen, aan de borders van een vijver met steiger. Heerlijk zitten hier op een zonnige nazomerdag!

Kathleen Leys 2

Kathleen legt uit waarom ze me net hier bracht.
“Ik wilde je onmiddellijk naar hier brengen, intuïtief, en het is pas nu we hier zitten dat ik besef dat deze mooie plek voor mij het symbool is van al het mooie dat we hier in Dilbeek bereikt hebben. We hebben schoonheid gebracht, vaak op onverwachte plekken, en hierdoor gelegenheden gecreëerd om te verpozen, om rustige aandacht te hebben, om opnieuw echt te leren kijken naar het landschap. Het zijn unieke plekken waar natuur en cultuur, verleden en toekomst samenkomen: het water en de bloemen als levende achtergrond voor de eeuwenoude watermolen en het kunstwerk van Lois Weinberger. Dit kunstwerk heeft op zich ook een hele mooie betekenis: het zijn vier deuren – die verwijzen naar de vele deuren die Bruegel in zijn werken geschilderd heeft – en binnen die vier deuren mag de natuur volledig haar gang gaan. Wild en ongetemd, maar wel binnen een door de mens afgebakende perimeter … Wat me zo blij maakt is dat we erin geslaagd zijn om in ‘oude’ dingen nieuw leven te blazen. Zo is er natuurlijk de watermolen waar nu vaker gemaald wordt, en die als rustpunt van het wandelparcours veel mensen mag verwelkomen. En iets verderop ligt de voormalige brouwerij Goossens. Dit prachtig stukje erfgoed werd een aantal jaren geleden gekocht door ondernemers, en zij zijn dit volledig aan het restaureren om er in de nabije toekomst open erfgoed van te maken en horeca in onder te brengen. Op deze plek komt voor mij alles samen.”

“Een nieuwe adem geven aan oude dingen.”
Waarom is dat voor jou zo belangrijk? Wat zijn voor jou de aspecten die we kunnen meenemen?

Kathleen: “Heel vaak merk ik dat mooie natuur en waardevol erfgoed, of dat nu historische gebouwen of kunstwerken zijn in musea, door veel mensen niet als waardevol ‘an sich’ beschouwd of beleefd worden. Ze wandelen achteloos door een landschap en kijken nauwelijks rond. Ze zien letterlijk niet welke waardevolle gebouwen of bomen ze voorbij lopen. Bij deze wandeling voel je dat het helemaal anders is: de kunstwerken, de ingrepen in het landschap wekken verwondering op, verbazing. Mensen zijn echt ‘blown away’ door wat ze zien.”

Hoe komt dat denk je?

Kathleen: “Volgens mij is het de combinatie van kunst en natuur die het hem doet. Je leert anders naar het landschap kijken: ‘gewone’ mensen worden uitgedaagd om met de ogen van een schilder, fotograaf, architect naar de omgeving te kijken. En dat is voor velen een hele nieuwe beleving. Het verlegt de grenzen van ‘wat je kan verwachten’, het daagt mensen uit.”

En worden mensen graag uitgedaagd? Is het motto niet steeds vaker: “doe maar simpel, het kost al geld genoeg”?

Met deze vraag raak ik duidelijk een gevoelige snaar. Kathleen kijkt me fel aan en zegt verontwaardigd: “Mensen zullen nooit stoppen met uitgedaagd willen worden! Heel vaak wordt publiek/bezoekers grandioos onderschat: ‘we zullen het de mensen niet te moeilijk maken’. Maar veel mensen willen net graag iets ontdekken, geïnspireerd worden, met nieuwe ideeën of inzichten naar huis gaan. Ik ben er echt van overtuigd dat wanneer je iets nieuws doet, je onmiddellijk hoog moet reiken. Niet blij zijn met iets halfslachtigs, wel keihard streven naar kwaliteit op alle vlakken: de expertise die je binnenhaalt, wat je wil bereiken, maar ook de uitvoering van de werken, de communicatie, de gidsen, hoe je mensen onthaalt enzovoort. Je doet het voor je bezoeker! Mensen voelen het hoor, wanneer ze naar waarde worden geschat!”

Als we nu even achterom kijken naar de weg die je met De Blik van Bruegel hebt afgelegd, wat kunnen we volgens jou meenemen voor de toekomst?

Kathleen: “Dat het mogelijk is om ervoor te zorgen dat mensen een plek die als ‘afgeschreven’ te boek stond, weer als ‘echt’ ervaren, dat het mogelijk is om ‘oubollige’ of verwaarloosde plekken te activeren door mensen bewust en actief uit te nodigen. Oude gebouwen en erfgoed weer tot leven wekken, nieuw leven blazen in iets wat niet meer gewaardeerd wordt, dat is toch een fantastische uitdaging! En neen, dat hoeft heus niet altijd met de meest moderne toeters en bellen. Al vele jaren geven we de watermolen op zondag in handen van de lokale verenigingen: via een beurtrol mogen ze hier café houden en de winst is voor hen. En zo creëren we een win-win: het erfgoed wordt levend gehouden, en lokale verenigingen krijgen een mooie aantrekkelijke plek die ze kunnen gebruiken voor hun kleinschalige evenementen. Na het evenement De Blik van Bruegel willen we nog een stap verder gaan: de lokale gemeenschap oude graansoorten laten telen, ze samen oogsten en malen in de molen. Bakken ook indien mogelijk. De eerste steen werd gelegd door Futurefarmers, maar hopelijk pikt de lokale gemeenschap het verder op.”

© Michiel De Cleene – installatie van Filip Dujardin

Wat zijn volgens jou de randvoorwaarden hiervoor? Wat heeft ervoor gezorgd dat dit hier in Dilbeek zo mooi gelukt is?

Kathleen: “Mensen! En het is een cliché, maar de allereerste voorwaarde is dat je mensen rond je verzamelt die het allemaal even hard zien zitten. Mensen met éénzelfde doel kunnen bergen verzetten! Naast mensen met eenzelfde doel, is het minstens even belangrijk om de juiste mensen aan te (kunnen) trekken: mensen met de juiste expertise en knowhow zijn onontbeerlijk wanneer je voor kwaliteit wil gaan. Idealiter verzamel je een groepje mensen rond je die heel complementair zijn. Niet iedereen hoeft een tafelspringer te zijn: doeners en denkers samen komen héél ver! Hier in Dilbeek spelen vrijwilligers op verschillende vlakken een belangrijke rol. In alle eerlijkheid: zonder hen zouden de bezoekers niet zo in de watten gelegd worden. Daarnaast hebben we ook heel hard ingezet op lokaal draagvlak en samenwerking met lokale handelaars en verenigingen.”

Waarom is dit zo belangrijk?

Kathleen: “‘It takes a village to raise a child’ … Zonder draagvlak bij je bevolking, verenigingen en handelaars is je project een doodgeboren kind. We hebben De Blik van Bruegel op zoveel mogelijk bestuursraden en algemene vergaderingen van verenigingen voorgesteld, hebben vrijwilligers bijeengeroepen, infoavonden gehouden, en oproepen gelanceerd voor ambassadeurs en buurtbewoners. Toch merkten we dat er na verloop van tijd wat gemorrel ontstond: ‘dat Bruegelproject is er alleen voor internationale bezoekers’. Oorzaak hiervan lag enerzijds in het feit dat voor Toerisme Vlaanderen het internationale aspect belangrijk was, maar ook in het feit dat het parcours met kunstingrepen afgeschermd werd voor lokale organisaties. Dit was voor ons logisch, want we werken met een curator en hij ging over de selectie van de kunstenaars – wat ook essentieel was voor de kwaliteitsbewaking – maar de lokale organisaties kregen wel het gevoel dat alles boven hun hoofden gebeurde, en dat ze eigenlijk nergens een rol hadden te spelen. Toen we dit merkten, hebben we een inspiratiedag gehouden voor alle lokale verenigingen, adviesraden van de gemeente en geïnteresseerden, en hen uitgenodigd om vanuit de gekste premisses te brainstormen over wat dit project voor hén kon betekenen. Er werd ook een oproep gelanceerd om iets te doen met het parcours, in plaats van op het parcours. Die dag heeft echt voor een positieve omslag gezorgd: Okra organiseert nu wandelingen, de kunstacademie daagt zijn studenten op allerlei manieren uit om in interactie te gaan met het parcours, fotografiecursisten gebruiken het parcours tijdens de lessen en ga zo maar door. Zo werd het echt een wandeling/parcours/kunstproject voor iedereen.”

Heb je nog zo’n wijze ‘lesson learned’ voor ons?

Kathleen: “Zeker wanneer je binnen de context van een lokale overheid werkt – maar ik denk dat dit eigenlijk voor elke middelgrote organisatie geldt – zorg er dan voor dat het project en het projectteam in de hele organisatie zitten. Daarmee bedoel ik niet dat elke afdeling iemand moet afvaardigen, wel dat er vanuit essentiële onderdelen een concreet engagement moet zijn. Belangrijk hierbij is dat mensen die afgevaardigd worden, dit niet bovenop hun normale taken moeten doen. Dat werkt niet. Velen waren aanvankelijk enorm enthousiast, maar kregen het eenvoudigweg niet gebolwerkt binnen hun takenpakket. Gevolg is dat mensen afhaken omdat het te veel is. En dat de projectleider plots aan zet is om oplossingen te zoeken voor het vacuüm. Gelukkig kreeg ik net op tijd de nodige extra ondersteuning, anders had ik het waarschijnlijk fysiek noch mentaal volgehouden.”

Een uitsmijter?

Kathleen: “Welja: een suggestie voor Toerisme Vlaanderen 😊: zeker voor projecten waarbij erfgoed/natuur betrokken is, zou ik er bij Toerisme Vlaanderen willen op aandringen om van in het begin met de collega’s van Onroerend Erfgoed en/of ANB samen te zitten. Zo kunnen projecten van in het begin geduid worden en kan een faciliterende rol opgenomen worden. Jullie zijn diensten binnen één Vlaamse overheid, en soms heb ik de indruk dat er meer overleg mogelijk is, zodat projectleiders niet nodeloos op een staalhard ‘njet’ botsen bij de uitwerking van een goedgekeurd project. Er liggen immers nog zo veel kansen om mooie, authentieke plekken op te waarderen en te laten herleven. Er is onmiskenbaar nood aan rust, verstilling, verdieping. Er zijn zo veel plekken die staan te verkommeren. Laat ons genieten van wat er allemaal is, laat het ons genietbaar maken. Zo lang dat met respect voor de plek gebeurt, kan niemand daar toch iets op tegen hebben?”


Headerfoto Kathleen Leys © Sophie Nuytten

Kathleen Leys behaalde een master in de Klassieke Filologie en volgde een aantal bijkomende opleidingen zoals journalistiek, toerisme, tentoonstellingscommunicatie en -organisatie, inleiding tot de bibliologie. Gedurende achttien jaar was zij adjunct-conservator van het Erasmusmuseum & Begijnhof in Anderlecht.
In 2012 ruilt Kathleen Leys Anderlecht in voor Dilbeek. Hier start zij als diensthoofd Cultuur en Toerisme, wordt later projectleider Team kennis, erfgoed en toerisme en is sinds 2017 projectleider van De Blik van Bruegel, een hefboomproject Vlaamse Meesters van Toerisme Vlaanderen.

Auteur Linde Deheegher is geboren in West-Vlaanderen, getogen in de Vlaamse Rand, groot geworden in Brussel waar ze een tijdlang gewoond heeft, en altijd gewerkt. Nieuwsgierig naar de andere kant van de wereld trok ze met haar man en 5 weken oude dochter naar Australië. Ze leerde dat het wat met een mens doet om een bestaan van nul af opnieuw op te bouwen. Een ongelofelijke aanrader en bijkomend voordeel: je leert jezelf goed kennen 😊.
The Tyranny of Distance deed niet enkel zijn ding voor Australië, na 3 jaar besloot het inmiddels uitgebreide gezin dat ze het Avondland, familie en vrienden niet voor altijd wilden missen.
Linde startte haar loopbaan bij Toerisme Vlaanderen als projectmanager toeristisch-recreatieve projecten en is sinds een viertal jaar aan de slag als productmanager Kunsten en Erfgoed, waarbij Bruegel de laatste jaren haar hart en grootste stuk van haar werktijd stal.