Ontmoeting in het Museum Dr. Guislain

Een verhaal over psychiatrie en kunst, over insiders en outsiders, over het oude en het nieuwe normaal

Een zomerse dag in het Dr. Guislain museum in Gent. We spreken met artistiek directeur Bart Marius over de Reizen naar Morgen toekomstvisie. En hoewel ze niet echt bij dit traject betrokken waren, blijkt al snel dat wat het museum al jaren doet hier wonderwel bij aansluit. Door muurtjes af te breken tussen bewoners, bezoekers en kunstenaars. Door deze unieke historische site te laten spreken in dialoog met hedendaagse kunst. Door het stereotype denken over mensen met psychische aandoeningen te doorbreken. Door geen antwoorden te willen geven, maar wel de juiste vragen te stellen. 

Een fascinerende plek

De bordjes bij de ingang zorgen voor enige verwarring. Wat is deze plek eigenlijk? Een psychiatrisch centrum, een museum, een school voor verpleegkunde, een plek waar sociale organisaties onderdak kregen? Het is duidelijk geen site die je onder één noemer kan plaatsen. En toch is het een oase van rust als je via de grote poort de binnentuin betreedt. Mensen drinken koffie op het terras of zitten gewoon op een bankje in het groen. We zijn midden in de stad, maar je hoort alleen maar vogels. De gebouwen in gele en rode baksteen ademen rust. En die rust creëren was precies wat dokter Jozef Guislain voor ogen had, toen hij in 1856 dit complex vanuit het niets optrok te midden van landerijen, om er mannen met een psychische aandoening een veilig onderkomen te bieden. Tot dan verbleven ze in de Geraard Duivelsteencrypte in het centrum van Gent, waar ze hun dagen geketend doorbrachten. Want ‘gekken’ waren gevaarlijk. En gek was een diffuus begrip, ook mensen met bijvoorbeeld het syndroom van Down kwamen hier terecht. ‘Dr. Guislain was echt een pionier’, vertelt Bart, ‘hij was de eerste die een meer humane behandeling van mensen met psychische aandoeningen voorstond.  Daarvoor bestond er eigenlijk geen echte behandeling. Hij ging met hen het gesprek aan, vroeg naar hun gemoedstoestand, zorgde voor troost. Hij geloofde sterk in de helende kracht van de natuur. En die bracht hij dan ook volop binnen in deze site. De grote ramen gaven uitzicht op de omliggende velden en op de groene binnentuin. Onder de overdekte galerij kon je ook bij wat minder goed weer van de frisse lucht genieten. Het smeedijzeren hekwerk aan de ramen kwam er op aandringen van het Gents stadsbestuur om te verhinderen dat patiënten ontsnapten. Het kreeg sierlijke vormen, waardoor  het in niets doet denken aan tralies. En door een eenvoudig grondplan met maximum 2 verdiepingen bleef het gebouw overzichtelijk voor de bewoners en beperkte het de ‘chaos’ in hun hoofd. Architectuur als deel van de therapie!

Dr. Guislain museum

Een museum van de psychiatrie in situ

Midden jaren ’80 was het tijd voor een update en verhuisde het psychiatrisch centrum naar een aanpalende nieuwbouw. In de zalen van het vroegere hospitaal opende het Dr. Guislainmuseum zijn deuren. Met een vaste collectie die de geschiedenis van de psychiatrie belicht en een fascinerende collectie van Art Brut of Outsiderkunst. Er kwam geen cleane renovatie, maar de wastafels van de vroegere bewoners hangen er naast hedendaagse kunstinstallaties. De uitgesleten vloeren en krabbels op de muren maken het leven dat dit gebouw achter zich heeft tastbaar. De verbeelding regeert.

Dr. Guislain museum

De dialoog verder zetten

De dialoog die Dr. Guislain op gang bracht met mensen met een psychische aandoening, wil het museum ook verder zetten, met de tuin als centrale plek. Wie hier vandaag op het bankje zit, kan een bewoner van het psychiatrisch centrum zijn, maar ook een museumbezoeker of iemand uit de buurt. En misschien heeft de onthaalmedewerker een psychiatrische achtergrond. Of niet.   ‘Tijdens mijn lunchpauze buiten, ben ik vaak getuige van lange en intense gesprekken tussen bewoners en bezoekers.’ Bart herinnert zich een koppel uit Nieuw Zeeland, op rondreis in Europa, dat een hele dag bleef plakken op de site. ‘We moesten hen om 17u vragen om de site te verlaten. Zo gefascineerd waren ze door de gesprekken met bewoners en door de site.’

Van korte broeken en andere vooroordelen

‘We denken nog te vaak in stereotypen’, zegt Bart. Hij grinnikt als hij vertelt over hoe hij er zelf als jonge stagiair intuinde. In de instelling waar hij werkte kwam hij een man tegen die op een bar koude winterdag in een korte broek rondliep. En dus sprak hij de man aan als patiënt. Het bleek de directeur van de instelling te zijn, die het hele jaar rond een korte broek droeg. Meteen een oogopener voor de rest van zijn leven! ‘We stoppen mensen in hokjes, plakken er een label op, vaak op basis van uiterlijke kenmerken. Maar wanneer ben je normaal? Wat is de norm? Waar ligt de grens met ‘abnormaal’ gedrag? Hoe kijken we naar mensen die een label van een psychische aandoening opgeplakt kregen? Is het geoorloofd dat we mensen zomaar in hokjes stoppen?’ Het taboe over psychische aandoeningen is ook vandaag nog heel groot. ‘Depressie en burn out zijn dé kwalen van de eeuw. Maar heel veel mensen durven er niet over spreken. Er hangt een stempel van persoonlijk falen over. Dat taboe willen we doorbreken. Psychiatrie is niet de ver van bed show en iemand die pech heeft om als diagnose van schizofrenie te krijgen is ‘niet minder mens’. Psychiatrie is ook geen exacte wetenschap. Voortdurend komen nieuwe inzichten naar boven. Zijn medische condities de oorzaak van psychische aandoeningen – zoals lang is geponeerd – of is het net de manier waarop we onze samenleving organiseren die aandoeningen in de hand werken? ‘We willen mensen vooral laten nadenken’, zegt Bart, ‘en maatschappelijke relevante thema’s aankaarten. Zo kwam de tentoonstelling ‘Bloedtest’ er naar aanleiding van de invoering van de ‘NIPT-test’, waarbij men genetische afwijkingen zoals het syndroom van Down voor de geboorte kan opsporen. De invoering ervan is vrij geruisloos gegaan. Wij willen het debat hierover aanzwengelen.’

Kunst in afzondering

Het museum moest dit voorjaar zijn deuren sluiten tijdens de Corona-lockdown en zag de opening van de geplande tentoonstelling ‘Collage’ met het Coupee Collage Collective in het water vallen. De bewoners van het psychiatrisch centrum bleven ‘in hun kot’. Net zoals zovele andere bewoners van instellingen, werd de isolatie waarin ze leefden nog wat groter. ‘We moesten onze rol als museum herdenken’, vertelt Bart. ‘Net nu moesten we zelf naar buiten treden en het gesprek aangaan met zij die in deze crisis vergeten werden.’ En zo kreeg in een minimum van tijd een nieuw project vorm: ‘Kunst in afzondering’. ‘We brachten de kunstenaars van het collagecollectief in contact met bewoners van psychiatrische en jeugdhulp instellingen. 4 weken werd er heen en weer gecorrespondeerd, per mail en per post. Sommige kunstenaars vroegen om met de meegestuurde materialen aan de slag te gaan. Anderen lieten toe om het eigen werk te verscheuren en verknippen tot een nieuwe creatie. Het enthousiasme van beide kanten was groot en de creativiteit die opborrelde was enorm.’ Bij de bewoners van de instellingen bracht het een vaak latente liefde voor kunst naar boven en liet die groeien. ‘Gaandeweg veranderde de attitude van  ‘wat ben ik hier aan het doen’ naar ‘niet meer weg te slaan uit het atelier’, getuigt een reactie uit UPC Duffel.  Het resultaat – vaak over the top, confronterend, verrassend, maar ook gewoon mooi – kan je vandaag bekijken in de dubbeltentoonstelling ‘Collage’ en ‘Kunst in Afzondering’.

Dr. Guislain museum 3

Outsiders, ook in de kunst?

Collagekunst is natuurlijk een heel democratische kunstvorm. Meer dan een schaar, lijm, en wat papier of karton heb je niet nodig. Iedereen heeft het in zijn kindertijd al wel gedaan.  Misschien dat het daarom als kunstvorm niet altijd voor vol wordt aangezien. En hier is misschien wel een parallel met de uitgebreide collectie Art Brut of Outsiderkunst van het museum. Dit zijn werken van kunstenaars zonder connectie met de kunstwereld, los van actuele kunststromingen. Vaak gaat het over mensen die in afzondering hun eigen universum creëren, vol verbeelding en met een eigen vormentaal. Sommigen van hen hadden psychische aandoeningen en verbleven in inrichtingen en gevangenissen. Outsiders dus. Maar die vaak wel kunst brachten van grote kwaliteit en waarvoor je vandaag op de kunstmarkt veel geld neertelt. ‘Waarom is dit geen gewone kunst?’ is dan ook een vraag die spontaan bij veel bezoekers naar boven komt. ‘Het etiket zegt veel over hoe we kijken naar de makers van deze werken’, zegt Bart. ‘Ze horen er niet echt bij. Wij denken vaak dat we hier in Europa heel vooruitstrevend zijn, maar in Zuid-Amerika is Outsiderkunst gewoon mainstream kunst. Het  reflecteert de  ongedwongen omgang met psychische aandoeningen.’

De vaste collectie ‘op losse schroeven’

Het museum is in volle transitie. Ook de vaste collectie over de geschiedenis van de psychiatrie kreeg recent een make-over. Dat was het resultaat van een lang denktraject. Samen met de musea Red Star Line, de Dossinkazerne en In Flanders Fields vormt het dr. Guislainmuseum al een tijdje een informele werkgroep om na te denken over hun relevantie. Zowel curatoren, publiekswerkers als onthaalmedewerkers schoven aan tafel en dat leverde zeer interessante discussies en inzichten. En net zoals In Flanders Fields evolueerde van een oorlogsmuseum naar een vredesmuseum en geen geweren meer toont, hebben ook zij hun chronologische opstelling verlaten en de ziekenhuisbedden, baden en ketens op zolder gezet. Om plaats te ruimen voor objecten die laten nadenken over bepaalde  thema’s, zoals de rol van architectuur in de psychiatrie, het classificeren van mensen, macht en onmachtsituaties, … De nadruk ligt nu op de evolutie van deze thema’s doorheen de jaren.   ‘Voor sommige vaste bezoekers is het nog wennen, ze missen onze bedden en baden. Hier speelt een beetje het ‘dark tourism’ fenomeen.’, zegt Bart. ‘Maar we willen zeker ook aan de slag met de opmerkingen van de bezoekers.’

Geïnteresseerde bezoekers

En die bezoekers van het museum komen van overal. Bart vertelt hoe ze op een dag opvallend veel Frans en Engelssprekende bezoekers aan het onthaal zagen.  Bij navraag bleek dat er in Berlijn een congres was geweest over psychiatrie en dat heel wat congresgangers een bezoek aan het dr. Guislainmuseum hieraan koppelden.  Het ‘overkwam’ hen. Maar in de toekomst willen ze nog sterker inzetten op de internationale bekendheid van het museum en connectie zoeken zowel in binnen- en buitenland met een geïnteresseerd publiek. Want ze hebben wel wat te bieden. Internationaal is dit het grootste museum van de psychiatrie, met een unieke locatie te midden een werkend psychiatrisch centrum. Ze willen nog meer professionelen in sociaal werk en gezondheidszorg aanspreken, kunst- en cultuurliefhebbers in het algemeen en passiegroepen in Outsiderkunst in het bijzonder. Maar ook breder, mensen met interesse in de menselijke geest en in maatschappelijke relevante ethische thema’s vinden hier veel stof voor een boeiend bezoek dat bijblijft.

Ontmoetingen bij de lindenboom

‘Eigenlijk willen we dat iedereen zonder fysieke, financiële of sociale drempels van ons aanbod kan genieten’, zegt Bart. En dat is soms best wel een uitdaging. Voor de bewoners van de aanpalende Bloemekenswijk – een zeer divers publiek, jong en oud, met vaak Turkse en Marokkaanse roots – is niet alleen de drempel om een museum binnen te stappen torenhoog, maar het is dan ook nog eens een ‘museum over de psychiatrie’. De visie over normaliteit en wat er van afwijkt is sterk cultureel ingekleurd. Het jaarlijkse ontbijt voor de buurt in de tentoonstellingsruimten, helpt om het gesprek op gang te brengen.  Maar ook workshops over rouwverwerking, verlies en trauma trekken buurtbewoners over de drempel. Sommigen blijven er nadien als vrijwilliger aan de slag. Sinds de heropening van het museum begin deze zomer, zijn buurtbewoners en toevallige passanten sowieso van harte welkom om in de tuin te komen genieten van het groen of van een koffietje, zonder inkomticket. En binnenkort kan dat ook op een bankje bij de lindenboom. Kunstenaar Thijs van der Linden – what’s in a name –  zal in augustus een boom planten in de tuin met genetisch materiaal van een lindeboom die omwaaide tijdens een storm in zijn woonplaats. De lindeboom als een mytische boom  waar mensen van oudsher samen kwamen. ‘Eigenlijk staat heel de zomer ontmoeting centraal in ons programma’, vertelt Bart. ‘Oorspronkelijk was er rond de boom een hele installatie voorzien’, zegt Bart, ‘maar we kozen uiteindelijk voor een eenvoudige bank, waar mensen kunnen plaatsnemen, reflecteren en mijmeren. We willen de bezoekers en passanten ook verrassen met onaangekondigde installaties en optredens van artiesten of door een piano te plaatsen, die uitnodigt om er op te spelen. Het mag allemaal een beetje organisch groeien’.

Dr. Guislain museum

Foto’s door Greet Vandenrijt

Bart Marius

Voor Bart Marius – klinisch psycholoog en kunsthistoricus – stond van bij de eerste kennismaking met dr. Guislainmuseum vast dat hij hier op deze plek, waar psychiatrie en kunst mekaar kruisen, wou werken. Sinds 2006 doet hij dat als wetenschappelijk medewerker en curator van tentoonstellingen, de laatste 2 jaar als artistiek directeur. Via tentoonstellingen als Tweelingen, Karakterkoppen, Bloedtest, Collage en Kunst in afzondering wil hij de hartslag van de samenleving laten horen en het gesprek over geestelijke gezondheid open houden.


Greet Vandenrijt

Greet Vandenrijt houdt van reizen. Jezelf verplaatsen in een onbekende context, onderdompelen in een andere taal en cultuur, in beweging zijn, kijken vanuit een ander perspectief …
Al meer dan 20 jaar werkt ze bij Toerisme Vlaanderen aan het vorm geven van een sterke reisbeleving in Vlaanderen. En om die reisbeleving ook voor iedereen mogelijk te maken. Als verhalenwever wil ze de kracht en de impact van reizen laten spreken via de verhalen van reizigers en vakantiemakers.